Jona 1:7

SVVoorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad [overkomt]. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona.
WLCוַיֹּאמְר֞וּ אִ֣ישׁ אֶל־רֵעֵ֗הוּ לְכוּ֙ וְנַפִּ֣ילָה גֹֽורָלֹ֔ות וְנֵ֣דְעָ֔ה בְּשֶׁלְּמִ֛י הָרָעָ֥ה הַזֹּ֖את לָ֑נוּ וַיַּפִּ֙לוּ֙ גֹּֽורָלֹ֔ות וַיִּפֹּ֥ל הַגֹּורָ֖ל עַל־יֹונָֽה׃
Trans.wayyō’mərû ’îš ’el-rē‘ēhû ləḵû wənapîlâ ḡwōrālwōṯ wənēḏə‘â bəšelləmî hārā‘â hazzō’ṯ lānû wayyapilû gwōrālwōṯ wayyipōl hagwōrāl ‘al-ywōnâ:

Algemeen

Zie ook: Jona (profeet), Lot werpen

Aantekeningen

Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad [overkomt]. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּאמְר֞וּ

Voorts zeiden zij

אִ֣ישׁ

een ieder

אֶל־

tot

רֵעֵ֗הוּ

zijn metgezel

לְכוּ֙

-

וְ

-

נַפִּ֣ילָה

werpen

גֽוֹרָל֔וֹת

en laat ons loten

וְ

-

נֵ֣דְעָ֔ה

opdat wij mogen weten

בְּ

-

שֶׁלְּמִ֛י

om wiens wil

הָ

-

רָעָ֥ה

kwaad

הַ

-

זֹּ֖את

ons dit

לָ֑

-

נוּ

-

וַ

-

יַּפִּ֙לוּ֙

Alzo wierpen zij

גּֽוֹרָל֔וֹת

loten

וַ

-

יִּפֹּ֥ל

viel

הַ

-

גּוֹרָ֖ל

en het lot

עַל־

op

יוֹנָֽה

Jona


Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad [overkomt]. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!